donderdag 3 december 2009

kwispelende hondenoren

Bij de controle in augustus vertelde de plastisch chirurg me dat ik dog-ears had. Zo noemden ze de uitstulpingen aan weerszijden van het lange litteken op mijn linkerborst. Die waren het resultaat van het in een rechte lijn dichtnaaien van het ronde gat van de verwijderde tepel. Een van die uitstulpingen kon ik zelfs laten wippen door mijn borstspieren aan te spannen. Een hilarisch kunstje; ik had kwispelende hondenoren. Rechts had ik daar minder last van, zoals ik van wel meer dingen minder last had rechts. Ik moet toch eens vragen of die twee borsten door twee verschillende chirurgen zijn geopereerd. De linker reconstructie is veel strakker aan het borstvlies vastgenaaid dan de rechter waardoor ik daar veel meer pijn heb gehad. Het kan natuurlijk ook het gevolg zijn van de verschillende reconstructiemethodes die links en rechts zijn toegepast. Als ik opnieuw zou kunnen kiezen voor een bepaalde techniek dan zou ik ook bij mijn linkerborst voor een reconstructie met de brede rugspier, de LD ofwel latissimus dorsi, hebben gekozen. Die operatie heeft minder pijn gedaan en het resultaat is ook wat natuurlijker doordat dat spierweefsel niet meer is aan te spannen en die borst meer ontspannen hangt. Voor zover je nog van hangen kunt spreken bij mijn nieuwe tieten. Links, waar actief borstspierweefsel over de prothese heen is gespannen, ziet de borst er wel een beetje onnatuurlijk gelift uit. Die zit ook wat hoger en verandert van vorm als ik bepaalde borstspieren gebruik. Bijvoorbeeld als ik aan mijn stuur ruk bij het tegen de wind in fietsen. Een voornamelijk raar gevoel waar ik nog steeds niet aan gewend ben. Gelukkig houd ik niet echt van tegen de wind in fietsen.
Rechts heb ik in het dagelijks leven door de verwijdering en uitschakeling van die LD absoluut geen problemen met minder kracht of functieverlies in mijn rug of schouder. Maar ik heb volgens mijn fysiotherapeute wel stevig ontwikkelde andere rugspieren. Geen idee dus of dat voor iedereen geldt. Top-tennissen zou wat minder gaan waarschuwde de chirurg voor de operatie. Ik was geen top-tennisster. Ik tennis überhaubt niet. Ik zaag en timmer liever en dat gaat nog steeds goed. Verder voelt het aan beide kanten even strak, als een ingebouwde push-up beugel-bh. Het enige nadeel van cosmetische aard is het lange litteken rechts op mijn rug. Maar dat speelt op mijn leeftijd niet echt meer mee. Ik trek toch geen bikini meer aan en in een badpak is het vrijwel onzichtbaar. Alleen bij de oksel komt er een piepklein stukje te voorschijn.

Het weghalen van de dog-ears was een kleine ingreep. Die vond poliklinisch onder plaatselijke verdoving plaats tegelijk met de tepelreconstructie. Ik heb dat pas begin november laten doen omdat ik geen zin had speciaal daarvoor uit België terug te komen. Een voordeel van dat uitstel was dat tegen die tijd een van de hondenoren vanzelf was weggetrokken. Het is wel wonderlijk hoe alle kuilen, uitstulpingen en littekens in de loop van het afgelopen half jaar zijn glad getrokken tot een bijna vloeiende borstvorm. De rechter dus iets mooier dan de linker. Over nog eens een half jaar als ook de nieuwe oneffenheden door het wegsnijden van het laatste hondenoor en de reepjes huid voor de tepelreconstructie zijn glad getrokken heb ik weer een paar borsten om trots op te zijn. Al mag ik nu al niet klagen over het resultaat. Het ziet er met of zonder bh onder een t-shirt prima uit, zeker nu ik weer tepels heb. Om het verschil tussen de twee borsten te verdoezelen draag ik onder een strak truitje wel liever een bh. Maar het schijnt dat weinig vrouwen van nature twee exact gelijke borsten hebben dus erg druk maakte ik me er de afgelopen zomer niet over als het te warm was voor een bh. Want een stuk benauwder is het wel met die siliconenvullingen voor de deur. Zweten onder mijn oksels doe ik ook al niet meer door alle ingrepen daar. De afkoeling moet komen van het zweet op mijn voorhoofd dat me tegenwoordig op de meest ongelegen momenten overvloedig uitbreekt. Ik voel me met die nieuwe borsten minstens tien jaar jonger: opnieuw in de overgang.

dinsdag 1 december 2009

weinig puf

Het wordt tijd om weer eens wat van me te laten horen. Niet dat er niets medisch meer is gebeurd; ik had gewoonweg de puf niet om erover te schrijven. In mijn hoofd was ik er wel mee bezig, met kwispelende hondenoren en ander plastische perikelen die ik nodig moest melden, maar het lukte me eenvoudig niet om er energie voor vrij te maken. Dat betekent niet dat ik me niet goed zou voelen. Ik voel me zelfs geweldig, te goed. Ik wil weer van alles aanpakken al word ik ook regelmatig teruggefloten als ik te enthousiast aan de slag ga.

Ik ben na de bestralingen naar België vertrokken en heb daar geprobeerd mijn conditie weer op peil te brengen. Ik kluste wat in huis, rommelde wat in de tuin, wandelde wat en lag regelmatig met een boek in mijn hangmat. Ik sliep veel, ook overdag en als ik ‘s avonds warm wilde eten moest ik dat ‘s ochtends klaar maken want aan het eind van de dag plofte ik op mijn chaise longue voor de tv neer. Dan was het op. Iedere drie weken ging ik voor mijn infuusbeurt met Herceptin weer een paar dagen terug naar Amsterdam maar de rest van de zomer was ik lekker buiten. Het was een prima tijd totdat het koud werd en ik mijn siësta’s niet meer in de tuin kon doorbrengen. In huis begon de stilte en de gedwongen rust op me af te komen. Eind oktober besloot ik terug naar de stad te gaan om dochter Roos te helpen met de verbouwing en de voorbereidingen voor de komst van de baby in februari. Maar in de stad is meer vertier, met vriendinnen aan de zwier, boodschappen doen op de fiets in plaats van met de auto en het honduitlaten kost ook meer tijd en energie. Ik heb nu regelmatig dagen dat ik helemaal niets meer kan als ik me de dag ervoor niet genoeg in acht heb genomen en in de flow van sociale bezigheden mijn middagdutje heb overgeslagen. Wil ik ‘s avonds de deur uit kunnen dan moet ik ‘s middags zeker 4 uur liggen en slapen. Mijn energie blijft beperkt.

Klachten hierover bij de internist leverden me alleen de mededeling op dat ik waarschijnlijk chronisch vermoeidheidssyndroom heb en dat het misschien nog een jaar duurt. Ik zou daarmee tot de slechts ca. 15% van de patiënten behoren die een jaar na de chemo nog energieproblemen heeft. Eigenlijk had ik me dus weer gewoon moeten voelen. Ik ben toch echt geen watje en heb er altijd uitgehaald wat er aan energie inzat. Niemand kan me betichten van luiheid of gebrek aan ondernemingslust. Ik baal hier dus wel van. Is het waar dat de meeste vrouwen na een zo’n heftig jaar al weer volledig aan de slag zijn? Zelfs me zittend concentreren op schrijfwerk valt me zwaar. Intussen weet ik van andere ex-borstkankerpatiënten op leeftijd die zo’n ingrijpende behandeling hebben gehad dat ze zelfs na vele jaren nog regelmatig van die off-dagen hebben na een dag te veel hooi op de vork. Ik zal ermee moeten leren leven, ben ik bang. Maar ik blijf toch hopen dat ik op een dag weer gewoon fit wakker word en op mijn gebruikelijk doortastende wijze een normaal dagprogramma kan draaien zonder daarvoor de volgende dag te moeten boeten. In ieder geval heb ik me voorgenomen om ondanks alle stadse afleidingen toch ook weer eens wat energie te steken in mijn weblog want mijn borsten zijn nog lang niet af.