zondag 10 mei 2009

net als bij de tandarts

Voor de 4,5 uur durende operatie krijg ik twee soorten verdoving: algehele narcose en epidurale anesthesie. Voor die tweede ben ik behoorlijk bang. Eigenlijk het enige waar ik bang voor ben wat betreft de operatie. Ze gaan bij vol bewustzijn ter hoogte van mijn schouderbladen een dun slangetje in het wervelkanaal tussen de vliezen van mijn ruggenmerg aanbrengen. Hiermee kunnen ze met een pompje tijdens de operatie plaatselijke verdoving toedienen zodat de algehele narcose niet te diep hoeft te zijn. Dat geeft minder bijwerkingen ná de operatie. En verder krijg ik via dat pompje als ik weer wakker ben de eerste dagen pijnstillers en morfine zoveel als ik nodig heb. Dat is dan weer wel een prettig idee.
Voor het aanbrengen van dat slangetje krijg ik eerst een plaatselijke verdoving in mijn rug. Die moet ik vergelijken met de verdovingsprikken van de tandarts, zei de anesthesioloog, zoals een anesthesist tegenwoordig schijnt te heten. Nu heb ik een vreselijke hekel aan verdovingen bij de tandarts. Ik laat liever een wortelkanaalbehandeling doen zonder die prikken dan met. Je begrijpt hoe bang ik dus ben voor het aanbrengen van die epiduraalpomp. Die onderneming duurt maar liefst een klein half uur als alles goed gaat en om te kijken of het goed gaat komt er iemand tegenover me zitten die me voortdurend in de ogen moet kijken. Dat alleen al lijkt me nauwelijks te verdragen.

zaterdag 9 mei 2009

afscheid van mijn borsten

Maandag 18 mei gaat het gebeuren, dan gaan ze eraf. Dat besef brengt toch wel enige weemoedige herinneringen naar boven. Mijn vroegste herinnering aan mijn borsten gaat terug naar de brugklas op Fons Vitae toen ik mijn eerste behaatje probeerde op te vullen met zakdoekjes. Ik neem aan dat het katoenen zakdoekjes waren want in die tijd deden we nog niet aan wegwerp. Nu ik dat bedenk gaat mijn herinnering aan mijn borsten eigenlijk nog verder terug. Of meer het géén besef hebben van borsten. Waarom ik ergens halverwege de lagere school niet meer net als de jongens met alleen een gymbroekje mocht gymmen en een hemd, zo’n akelig door mijn oma gebreid wollen hemd aan moest begreep ik absoluut niet.

Tijdens mijn studietijd in Delft vertelde Hein me eens dat ik drie tieten had. Ik kon schransen als een bootwerker en aan mijn tengere meisjeslijf van die tijd tekende mijn goedgevulde maag zich snel af en mijn borsten waren ook niet zodanig van omvang dat ze de concurrentiestrijd met mijn prominente maag gemakkelijk wonnen. Dat was misschien ook wel de reden dat ze bij de Delftse studenten weinig tederheid ontlokten en als erogene zone werden verwaarloosd. Of was het de neiging van die techneuten om direct ter zake te komen? We hadden nog weinig ervaring en fantasie op die leeftijd en van tv kijken kon je het toen nog niet leren.

De mooiste herinneringen zijn die aan het zogen van mijn kinderen. Al tijdens de zwangerschap werden mijn borsten voor mijn gevoel enorm maar ook toen ging de aandacht, die van mij tenminste, naar mijn uitdijende buik die het al gauw won van mijn tot cup D uitgegroeide poitrine. Ik herinner me nog de stuwingen de eerste dagen na de bevalling. Mijn god, wat waren ze gigantisch, ze ontploften zo wat van de toestromende melk. De gespannen huid maakte het moeilijk voor Roos om de tepel in haar mondje te nemen. Ik moest er de eerste weken een rubber speen van een zuigfles overheen drukken om haar te kunnen laten zuigen.

Borstvoeding geven was erg handig. Ik sleepte Roos overal mee naar toe en hoefde nooit over voeding na te denken. Die was er gewoon, te pas en te onpas. Een keer zat ik haar in het zelfbedieningsrestaurant van een groot Parijs warenhuis te voeden. Om me heen waren verschillende tafeltjes bezet met één enkele bejaarde dame. Het was daar bij slecht weer duidelijk een toevluchtsoord voor weinig bemiddelde gepensioneerden. De afstand die ze creëerden door elk aan een apart tafeltje te gaan zitten weerhield hun er niet van een gesprek over mijn hoofd heen te voeren over borstvoeding. Ik neem aan dat ze dachten dat ik, als overduidelijke buitenlandse, geen frans verstond. Ze vonden het prachtig dat ik borstvoeding gaf en maar niets dat hun eigen dochters uit een ander soort gemakzucht naar de biberon hadden gegrepen. Zelf hadden ze het ook jaren gedaan.

Twee jaar heb ik Roos gezoogd, evenals Sjoerd. Op het laatst was dat hooguit een of twee keer per dag, soms als troost, bijvoorbeeld na een inenting en altijd voor het slapen gaan. Het waren de meest intieme momenten; het was pure liefde die ze te drinken kregen. Na twee jaar wilde ik weer zwanger worden en heb ik Roos gespeend. Dat ging vanzelf. Ik kan me er weinig meer van herinneren. Wel hoe het met Sjoerd ging na twee jaar zogen. Hij was als tweejarige in staat ‘en plein publique’ de kleren van mijn lijf te rukken om mijn borsten te grijpen. Hij was er vroeg bij, die jongen. Op andere momenten kon hij zoet sabbelend me plotseling uitdagend aankijken om vervolgens zijn tanden in mijn tepel te zetten en te kijken bij welke kracht ik reageerde. Toen vond ik het wel genoeg geweest.

Nu gaan ze er dus af. Hielden ze ooit mijn kinderen in leven, inmiddels zijn ze voor mij levensbedreigend geworden. Ook al krijg ik een paar gelifte nieuwe, het zal nooit meer hetzelfde zijn. Er zal nog maar weinig gevoel in de getatoeëerde tepels zitten. Als erogene zone zullen ze hebben afgedaan. Of zou ik dat opwindende gevoel nog als een aangenaam soort fantoompijn terug kunnen roepen?