woensdag 31 december 2008

happy end

Tijdens een van de vele terugblikken deze oudejaarsdag op Radio 1 hoorde ik een discussie tussen restaurateur van mensen, zoals hij zichzelf noemt, Joop Braakhekke en zijn 98 jarige moeder over de omschrijving van zijn beroep als restauranthouder. Later verklaarde hij aan de verslaggever dat hij er moeite mee heeft dagelijks te worden geconfronteerd met de dood, die van zijn lichtelijk dementerende moeder dus, en dat het toch jammer is dat er niet zoiets als een happy end aan het leven bestaat.
Als je kanker hebt is het onvermijdelijk dat je ook nadenkt over een mogelijk naderende dood, hoe dapper je ook overkomt in het omgaan met en strijden tegen je ziekte. Ik zie het anders dan Joop. Ik geloof wel in een happy end aan het leven. Zelfs of misschien wel juist als mijn einde snel zou komen zou ik het ervaren als een happy end. Zoals ik nu terugblik op mijn leven en deze feestdagen weer ervaar hoeveel geluk ik heb met mijn kinderen die tot zulke mooie mensen zijn uitgegroeid dan begrijp ik des te beter de beslissing van Hugo Claus om op een tijdstip dat het leven nog goed is eruit te stappen. Weten dat je kinderen het goed doen en van je houden is het enige dat telt aan het eind van je leven. Dat is voor mij een happy end. Wie weet welke narigheid me wordt bespaard als ik nu dood zou gaan. Ik zou er vrede mee hebben. Maar de kinderen veel verdriet, dat is dan wel weer een schaduwzijde. En wie weet welke fantastische ervaringen er nog in het verschiet liggen als ik blijf leven...................
Hup Marein, we gingen toch door tot minstens 2019? We stellen het happy end nog maar even uit.

Een goed uiteinde en een geweldig 2009 voor jullie allen, lieve trouwe blogvolgers!

maandag 29 december 2008

Hair


Mijn haar is eraf: ik ben kaal. Het werd te onsmakelijk zo kwistig als ik mijn haren rondstrooide. Met kerst heb ik het zaakje nog met styling mousse en hairspray vast geplakt en in model gehouden. Met wax, mijn gebruikelijke ingrediënt voor een nonchalant opstandig kapsel, lukte het niet meer: de wax bleef niet aan mijn haren zitten maar mijn haren in bosjes aan mijn bewaxte vingers. Zaterdag heeft Roos me toen in de bijkeuken met de tondeuse onder handen genomen. Het resultaat is afschuwelijk. Er zijn vrouwen die een prachtig kaal hoofd hebben, ik ben een onaantrekkelijke pafferige (door de corticosteroïden) boeddhistische monnik geworden.
Ik had er al rekening mee gehouden en heb drie pruiken bij me. Maar ze lijken me niet meer te staan. Ik heb niet meer die uitdagende blik van mijn verjaardag. Ik zie er vaal en grauw uit; het zijn vlaggen op een modderschuit. Gelukkig heb ik ook mijn hele voorraad sjaaltjes bij me. Het beste staat het zijden sjaaltje dat ik na een bezoek aan de musical Hair in 1969 in Londen kocht op Kensingtonmarket en dat in die flowerpowertijd een favoriet onderdeel vormde van mijn hippie-vermomming. Wie wat bewaart die heeft wat. Nooit gedacht dat mijn hair-sjaaltje nog zo van pas zou komen.

vrijdag 26 december 2008

vakantie

Ik heb onverwacht vakantie van het wekelijkse infuus. Ik heb nu zes weken chemo achter de rug. De komende twee weken zou ik alleen Herceptin krijgen om mijn bloed weer een beetje op peil laten komen voor ik aan de volgende cyclus van acht weken begin. Maar ze hebben bedacht dat ze die Herceptin wel drie dubbel bij de laatste chemo konden geven zodat ik er even een paar weken tussenuit kan. Ik zit nu dus heerlijk in een winters België en geniet in gezelschap van de kinderen met hun aanhang en Marianne en dochter Lisette als vanouds van een knus kerstfeest bij kerstboom en open haard. Deze dagen heb ik nog wel de naweeën van de chemo van afgelopen dinsdag. Met ‘s ochtends een Pantozol en ‘s avonds Kytril (t/m donderdag na de chemo) of Primperan heb ik gelukkig niet al te veel last van misselijkheid. Wel ben ik oneindig moe, maar de kinderen en Marianne zorgen ervoor dat alles op rolletjes loopt. Het heeft wel wat om als chefkok zittend aan de keukentafel de regie te voeren over de bereiding van een zeven-gangenkerstdiner. Volgens hun konden ze het niet zonder mij. Jammer alleen dat ik geen drank meer lust/verdraag en niet kan mee genieten van de lekkere wijnen bij de gerechten en likeurtjes toe.
Ook volgende week blijf ik nog in België. Zondag wordt mijn gezelschap afgelost door Melvin en zijn gezin. Wie weet ben ik op oudejaarsavond alweer zoveel van die chemo bijgekomen dat ik een glaasje champagne aankan of zelfs een wandelingetje.

donderdag 18 december 2008

chemisch weekritme

Er begint een herkenbaar ritme in mijn chemische leven te ontstaan. Op de dag van de chemo zelf ben ik tot aan het avondeten heel slaperig door de premedicatie tegen misselijkheid en andere maagklachten. Ik voel me verder wel prima en heb honger als ik naar mijn wekelijkse eetclub in de Engelbewaarder loop, verheug me op de patat, maar betreur het dat ik geen drank meer lust. Woensdags, de dag na de chemo zit ik nog vol met de pep uit de premedicatie. Die dexamethason doet wonderen; ik heb die dag bijna geen pijn en veel energie. Ben dan ook vroeg uit de veren en ga zoals gebruikelijk zwemmen in het Zuiderbad, koffiedrinken in de Vredespijp, boodschappen doen op de Albert Cuijp en terugfietsend langs bij de Aldi. Tegen het eind van de middag word ik wel flink moe, maar meestal red ik het nog om ‘s avonds naar mijn koor te gaan. Tegen de opkomende misselijkheid neem ik ‘s avonds een tabletje Primperan (metoclopramide). Ik moet dat spul niet overdag innemen heb ik gemerkt want ik word er erg duf en slaperig van. De nacht van woensdag op donderdag slaap ik goed en ‘s ochtends heb ik moeite met wakker worden. Ik begin op mijn nuchtere maag met een tabletje Pantozol tegen maagzuur en eet wat droge creamcrackertjes of Langetjes zoals Verkade kaneelbeschuitjes tegenwoordig heten voordat ik mijn pijnstillers slik. Ik heb het gevoel dat die Pantozol ook tegen de misselijkheid werkt en hoop dat ik daardoor minder Primperan hoef in te nemen. Ik ben wat aan het experimenteren met de verschillende middelen en tijdstippen omdat ik door die Primparan niet kan auto rijden en mijn hersens niet op een rijtje krijg.
Donderdags ben ik heel moe, heb weer pijn, ben stijf en laat me door mijn fysiotherapeute een lekkere ontspannende massage geven. De misselijkheid is vandaag nauwelijks noemenswaardig. Wie weet heb ik een goed schema pillen te pakken. Andere donderdagen, vrijdagen, zaterdagen en soms ook zondagen was er steeds een vage misselijkheid waardoor ik of steeds maar bleef eten in de hoop erover heen te komen of juist geen zin had in eten omdat hij net niet vaag genoeg was, die misselijkheid. Maar van niet eten word ik dan ook weer misselijk. En van Primperan duf. Het zijn een paar lastige dagen waarop ik ook last heb van kookgeurtjes en afgestreken lucifers.
Op zondag gaat het meestal al weer een stuk beter en op maandag voel ik me gewoon goed. Dat zijn de dagen dat mijn hersenen het het beste doen. Dinsdagochtend is de cirkel rond en moet ik weer naar het ziekenhuis voor mijn nieuwe shot kankerdodende chemicaliën. Daar zie ik overigens helemaal niet meer tegenop omdat ik weet dat ik twee goede dagen tegemoet ga dankzij de premedicatie: dinsdag heerlijk ontspannen zonder misselijkheid en woensdag bruisend van de pep.

maandag 15 december 2008

Zorgvervoerzorgen

Het zorgvervoer levert iedere week weer een hoop stress op. Ondanks het extra vroeg laten voorrijden - waardoor ik ook overdreven vroeg klaar moet zitten; je weet maar nooit of ze per ongeluk een keer op tijd komen - is het me nog niet gelukt met de taxi’s via ZCN-Totaalvervoer op tijd in het ziekenhuis te arriveren. De laatste keer kwam ik driekwartier te laat. Toen ik de taxichauffeur gedag zei en me naar de ziekenhuisingang spoedde werd me achterna geroepen dat ik nog moest betalen. Aangezien ik nooit heb hoeven te betalen en alles via de verzekering loopt riep ik over mijn schouder dat dat niet klopte en haastte me verder. Maar tegen de tijd dat ik de draaideuren van het ziekenhuis had bereikt stond daar een brede chauffeur me de weg te versperren. Ik moest vechten en duwen om langs hem te komen terwijl ik hem er intussen van probeerde te overtuigen dat ik hem niets schuldig was.

Ik begreep dat het geen ervaren taxichauffeur was en bovendien geen Amsterdammer, zelfs geen geboren Nederlander. Hij kende misschien de regels en al helemaal zijn stratenboekje niet, wist niet waar mijn ziekenhuis was en reed zonder handen, bladerend in en draaiend met zijn boekje, dwars door de binnenstad op de meest ingewikkelde manier naar Slotervaart. Zeker als je al bijna een uur te laat bent opgehaald hoop je dat iemand de snelste weg over de Ring neemt en niet de kortste volgens het boekje. Maar ja, de kilometers die ze betaald krijgen zijn geteld en over de Ring is om. Fout rijden eveneens en dat gebeurde tot mijn leedvermaak - ik had toen nog enige humor beschikbaar - dan ook. Pas op het laatst accepteerde hij enige routesuggesties van me. In combinatie met de vele bijna-aanrijdingen en onverhoedse stuurcorrecties was ik dus al behoorlijk gespannen toen ik bij het ziekenhuis aankwam.

De adrenaline gaf kracht: ik vocht me naar binnen en repte me de eindeloze hal door naar de liften. Daar begon de poppenkast opnieuw. De chauffeur hield de liftdeuren tegen en begon tegen me te schreeuwen dat als ik niet betaalde hij ervoor zou zorgen dat mevrouw Kolkmeijer nooit meer een taxi op het Zuiderkerkhof kon bestellen. Hij zou aan de taxicentrale doorgeven dat ik een wanbetaler was en ik zou op een zwarte lijst komen. Nu was ik niet echt onder de indruk van zijn dreigementen; ik stond immers in mijn recht, maar intussen hield hij wel een lift vol mensen tegen die overigens niets deden om me te helpen. Ik vroeg tenslotte maar hoeveel ik moest betalen, en zei dat ik dan wel een kwitantie wilde. Daarvoor moest ik weer mee terug naar de taxi. Achter hem aan lopend bedacht ik dat ik die hele weg terug naar de taxi niet meer opbracht en dat ze bovendien op de afdeling al driekwartier op me zaten te wachten. Ik maakte dus achter de brede rug van de chauffeur weer rechtsomkeert terug naar de liften en slaakte een zucht van verlichting toen de deuren werkelijk dicht gingen. Ik was ontsnapt. Een verdieping hoger was de overwinnningsroes geweken voor totale ontreddering. Geheel overstuur kwam ik aan op de dagbehandeling; de tranen stroomden over mijn wangen. Zo, ik kon eindelijk aan de kuur beginnen.

maandag 8 december 2008

morgen alweer

Al weer een week voorbij. Een drukke, met weinig tekst voor mijn blog maar met veel sinterklaasgedichten en een tekst voor een artikel. De schoorsteen moet tenslotte blijven roken.
Morgen stel ik in het AvL de samenstelling van de pre-medicatie maar weer eens aan de orde. Vorige week zonder dexamethason in het infuus was een belabberde ervaring. Direct zwak, ziek en misselijk en een knallende koppijn die bijna een dag aanhield. Verder deze week voortdurend aan de schijterij. Ik begin wat wiebelig op de benen te staan. Ik wil terug naar de euforische tweede chemo. Ik hoop dat dat lukt.

maandag 1 december 2008

tena lady

Vorige week bemerkte ik bij aankomst op het bezoekerstoilet waar ik op de dagbehandeling gebruik van moet maken dat er tijdens mijn tocht met paal en zakjes over de lange ziekenhuisgang ongemerkt flink urineverlies had plaatsgevonden. Ik heb mijn natte broek redelijk kunnen verhullen de rest van de uren in het ziekenhuis, hoop ik. Maar dat gebeurt me morgen niet weer. Ik ben aan de Tena Lady. Nou ja, schroom weerhoudt me ervan met een doos Tena Lady bij de kassa van het Kruidvat in de rij te staan. Ik koop Alldays Large inlegkruisjes met een lekker Fresh camouflagegeurtje.